скачать ^ Wim : Wie gaat er morgen mee naar Friesland? Jim : Ik wil graag mee. Wim : Goed. June heeft ook gezegd dat ze mee gaat en ik denk dat Henk en Hannie ook mee willen. Dan zijn we met z'n vijven. Jim : Wat gaan we in Friesland doen? Wim : Ik wil jullie o.a. de afsluitdijk laten zien en ook een paar mooie boerderijen en molens. Friesland is prachtig. Jim : Wat is de afsluitdijk? Wim : De afsluitdijk sluit het IJsselmeer van de zee af. Vroeheette het IJsselmeer de Zuiderzee. Toen konden de schepen van Amsterdam, via de Zuiderzee, naar de Noordzee varen. Jim : Is het niet vreselijk ver helemaal naar Friesland? Dat is toch een ander land? Wim : Nee, heel veel buitenlanders denken dat Friesland een ander land is. De Friezen spreken wel hun eigen taal en het Friese volkskarakter is ook anders maar Friesland is maar een van de twaalf provincies van Nederland. Kijk, hier kan je ze zien, op deze atlas. De andere elf zijn Groningen, Drente, Overijssel, Flevoland, Gelderland, Utrecht, Noordholland, Zuidholland, Zeeland, Noordbrabant en Limburg. Jim : Dus Noordholland is niet in het Noorden en Zuidholland is niet in het Zuiden! En waarom noemen buitenlanders Nederland altijd Holland? Wim : Je stelt wel erg moeilijke vragen! Maar het antwoord op 1579 hebben zeven provincies een bondgenootschap gevormd. Dat was het begin van Nederland. Net zoiets als de confederatie van de der tien kolonies in Amerika, denk ik. Jim : Maar je hebt mijn vraag nog niet beantwoord: waarom noemen zo veel mensen Nederland Holland? Wim : O ja. Omdat Holland (zuiden noord) de rijkste en grootste provincie was. Jim : Heeft Nederland ook een `War of Independence', hoe noem je dat, gehad? Wim : Ja. Nederland heeft ook een vrijheidstrijd gehad. 80 jaar, d.w.z. van 1568 tot 1648 tegen Spanje gevochten. Nederland was toen een deel van het Spaanse rijk onder Karel V. Zijn zoon, Philips II, regeerde Nederland. Willem van Oranje was zoiets als George Washington: hij leidde de eerste vrije provincies tot de onafhankelijkheid. Jim : Is het niet erg ver naar Friesland? Wim : Nee, hoor. Twee of drie uur met de auto. Nederland is niet zo groot. Je kan Nederland elf keer in de provincie Montana passen. Jim : Montana is geen provincie! Het is een staat! Wim : O, dat wist ik niet. Is dat belangrijk? Jim : Ja, dat is erg belangrijk. Dat zal ik je later uitleggen. Wim : Dank je wel. Hoeveel inwoners heeft Montana? 700 000 mensen wonen. Wim : Dat wist ik ook niet. In Nederland wonen meer dan veertien miljoen mensen! Jim : Is het waar dat Amsterdam lager ligt dan de zee en dat het dus zou overstromen als de dijken breken? Wim : Ongeveer eenderde van heel Nederland ligt beneden de zeespiegel. De dijken moeten dus erg sterk zijn. Jim : Is het IJsselmeer dus een polder? Wim : Nee, nog niet. Misschien wordt het later een polder. Een deel is nu al polder. Dat kan je ook hier op de atlas zien. Een polder is land dat vroeger zee was. Grote delen van Nederland waren vroeger zee. Het was de Franse filosoof Descartes die gezegd heeft: `God heeft de wereld gemaakt maar de Nederlanders hebben Nederland gemaakt!' Jim : Dat is een goeie! Упражнение 77. Vertaal bovenstaande dialoog. Упражнение 78. Beantwoord volgende vragen: 1. Gaat June mee naar Friesland? 2. Gaat Henk mee naar Friesland? 3. Waarom wil Wim naar Friesland gaan? 4. In welk jaar is de afsluitdijk gebouwd? 5. Hoe heette het IJsselmeer vroeger? 6. Is Friesland een land? 7. Hoeveel provincies heeft Nederland? 8. Spreken de Friezen hun eigen taal? 9. Hebben de Friezen hun eigen volkskarakter? 10. Wanneer hebben de zeven provincies een confederatie gevormd? 11. Wie regeerde het Spaanse rijk? 12. Wie regeerde Nederland? 13. Is Nederland groter dan Montana of is Montana groter? 14. Welk deel van Nederland ligt beneden de zeespiegel? 15. Hoeveel mensen wonen er in Nederland? 16. Is een deel van het oude IJsselmeer nu een polder? 17. Wat is een polder? 18. Ligt Amsterdam ook beneden de zeespiegel? 19. Is het belangrijk dat de dijken erg sterk zijn? 20. Waarom heeft Descartes gezegd dat de Nederlanders Nederland gemaakt hebben. 1. Hoeveel staten heeft Amerika? 2. Heeft Canada ook staten? 3. Spreken de mensen in Canada een andere taal? 4. Spreken de mensen in het zuiden van Amerika een andere taal? 5. Hebben de mensen in het zuiden een ander volkskarakter? 6. Wanneer was de Amerikaanse vrijheidstrijd? 7. Wie was de eerste president van Amerika? 8. Wat is de grootste staat van de Verenigde Staten? 9. Wat is de grootste provincie van Canada? 10. Kan je zeggen dat de Nederlanders Nederland gemaakt hebben? Вы теперь готовы перейти к главе X. Глава X Прогрессивная форма Если необходимо указать, что некоторое действие происходит или происходило в определенное время, непрерывность действия может быть выражена следующими способами: i. Посредством одного из четырех глаголов: liggen, zitten, staan или lopen, с частицей "te": We zitten te praten; Ze liepen te spelen, и т.д. ii. Посредством конструкции "aan het" с глаголом в неопределенной форме: We zijn aan het praten; Ze waren aan het spelen, и т.д. Упражнение 79. Herschrijf (перепишите) volgende zinnen op twee verschillende manieren (способами) in progressieve vorm: 1. De man rookt een sigaret. 2. Wij praatten over de vakantie. 3. De mannen drinken een lekker kopje koffie. 4. De student las een moeilijk boek. 5. Vader en Moeder denken over hun problemen. 6. De jongens vechten over een paar gulden. 7. Wij schreven een lange brief aan onze familie. 8. De leraar legt een moeilijke constructie (конструкция) uit. 9. De zanger (певец) zingt (поет) een prachtig lied (песня). 10. Gisteravond (вчера вечером) keek ik naar een mooi programma op de televisie (телевидение). 11. Er skiden veel mensen. (skien – бегать на лыжах) 12. Toen Moeder ons riep zwommen we nog. 13. Waar werken jullie? 14. Overal in de wereld vechten mensen. 15. Zij studeert al de hele dag. Упражнение 80. Vertaal in het Nederlands in progressieve vorm: 1. Мы разговариваем. 2. Он учится. 3. Почему Вы плачете? (плакать – huilen) 4. Я не плачу. 5. Они пили кофе весь вечер. (весь – hele) 6. Но мы не говорили о ерунде. (ерунда – onzin) 7. Он спит вместо того, чтобы слушать преподавателя. (вместо – in plaats van) 8. Я читаю новую книгу того автора. 9. Ваши родители тоже читают? 10. Нет, они не читают. Nieuwe woorden: bekend – общеизвестный tientallen - множество (десятки) tamelijk - вполне, довольно populair – популярный even – только bijvoorbeeld – например eigenlijk – собственно говоря modern – современный vooral – особенно zelfs – даже Vlaams – фламандский klassiek – классический wereldberoemd – всемирно известный iedereen – каждый het goud – золото welvarend – преуспевающий economisch – экономический militair – военный blij – довольный, радостный de vogel – птица helft – половина de schrijver – автор de dramaturg – драматург de dichter – поэт en heleboel – масса, уйма de schilderkunst – живопись Vlaming – фламандец de eeuw – столетие, век de filosoof – философ zelfstandigheid – независимость de lof – похвала de zotheid – глупость herkennen – узнавать erkennen – допускать,признавать (in een boek) staan – быть (в книге) dat klopt! – правильно! Wat goed, zeg! – Как хорошо! Классно!
|